Willem Rudolph Diephuis werd geboren in 1887 in een middenklasse gezin. Zijn vader was rijksontvanger (belastingambtenaar) in Groningen, maar het gezin woonde in Zuidhorn, na eerder korte tijd in Oost-Groningen en Friesland te hebben gewoond. Willem had vijf broers, allemaal ouder dan hij. Hij slaagde in 1901 voor het toelatingsexamen voor de 3-jarige HBS in Groningen en na de HBS studeerde hij theologie in Groningen.
Dominee in Garmerwolde
In 1913 kreeg hij als pas afgestudeerde kandidaat-dominee zijn eerste gemeente: de Hervormde Gemeente van Harkstede/Scharmer. Drie jaar later, in 1916, accepteerde hij het beroep van de Hervormde Kerk van Jukwerd. En alweer twee jaar later, in 1918 werd hij bevestigd als de nieuwe dominee in Garmerwolde in de gemeente Ten Boer. Later in zijn leven zou hij terugkeren naar Ten Boer, maar na zeven jaar Garmerwolde vertrok hij voorlopig uit Groningen. In december 1924 werd hij beroepen in Oostwoud in Noord-Holland en op 9 maart 1925 nam hij afscheid van Garmerwolde met een druk bezochte kerkdienst. Tot vlak na de Tweede Wereldoorlog zou hij de vaste predikant worden van de Hervormde Kerk in Oostwoud in Noord-Holland.
Predikant in Oostwoud
Diephuis was een geliefde predikant. Dat bleek uit de opkomst bij zijn inwijdings- en afscheidsdiensten, uit de reacties op zijn lezingen en uit de berichtgeving daarover in de kranten. Tekenend was dat de Hervormde Gemeente van Garmerwolde in 1927 een poging deed Diephuis terug te halen door hem te beroepen, maar hij bedankte hiervoor en bleef in Oostwoud.
Tien jaar later, bij zijn 25-jarig ambtsjubileum in 1938, was hij in Oostwoud nog onverminderd populair en werd hij uitgebreid geprezen. De belangstelling voor de festiviteiten rond het jubileum was groot. In het Nieuwsblad van het Noorden werd een artikeltje gewijd aan het jubileum, terwijl Diephuis al meer dan tien jaar geleden uit Groningen was vertrokken.
Diephuis en de NSB
Diephuis was dus bijzonder populair in Oostwoud en omstreken. Hij had verschillende maatschappelijke functies, zoals het voorzitterschap van de Nutsvereniging en hij was als dominee verbonden aan het provinciaal ziekenhuis in Medemblik.
In de jaren twintig en dertig bleef Diephuis als dominee verbonden aan de kerk van Oostwoud en hij zal dat ook blijven tot vlak na de oorlog. Maar in het begin van de oorlogsjaren bekeerde hij zich tot het nationaal-socialisme. Hij werd halverwege 1941 lid van de NSB en hij schreef als vrijzinnig dominee in het orthodoxe blad Evangelie en Volk, omdat hij zich thuisvoelde bij hun sympathieën voor de nieuwe tijd. Wat de motivatie was van Diephuis om te kiezen voor het nationaal-socialisme en in het tweede oorlogsjaar nog lid te worden van de NSB is niet heel erg duidelijk.
Vrijzinnige predikanten en het nationaal-socialisme
Al waren het er niet veel, Diephuis was niet de enige predikant die koos voor het nationaal-socialisme. Zowel in de orthodoxe stromingen als in de vrijzinnige hoek waren er kleine groepjes predikanten die zich uitspraken als sympathisant van het nationaal-socialisme. Meestal groepeerden ze zich rond een aansprekende voorman met een krant of tijdschrift. Evangelie en Volk, uitgegeven door een uitgever die verwant was aan de NSB, was daarvan een voorbeeld.
Op een steenworp afstand van Oostwoud, in Ooster-en Westerblokker en Schellinkhout bij Hoorn, was een andere vrijzinnige dominee actief lid van de NSB en later van de Germaansche SS. Gerrit van Duyl was al in de jaren dertig lid geworden van de NSB en maakte zelfs kans op een Eerste Kamerzetel. Door onenigheid met Mussert – hij vond Mussert niet antisemitisch genoeg – moest hij daar van afzien. Van Duyl wilde met de NSB de verzuiling in de Nederlandse politiek doorbreken en tot een “door God gewilde eenheid” brengen. Hij keerde zich tegen het meerpartijenstelsel en bepleitte een autoritair bewind, geleid door een sterke leider.
Een andere bekende naam is die van de Hervormde dominee Boissevain, die de ideoloog van de NSB werd. Hij verbond traditionele opvattingen over een Nederlandse volkskerk zonder moeite aan het streven naar nationale eenheid onder leiding van een sterke leider. Ook hij zag een nazistaat als een middel om volk en kerk weer tot een eenheid te maken.
Diephuis was een minder bekende naam dan Boissevain of Van Duyl, maar ook hij is gedurende de hele Tweede Wereldoorlog actief geweest als NSB-dominee. Er lijken geen incidenten met het kerkbestuur of zijn gemeente te zijn geweest en hij preekte vrijwel wekelijks: niet alleen in Oostwoud, maar ook in hervormde kerken in de omgeving. Zijn grote populariteit en zijn verbale kwaliteiten zullen daar zeker een rol in hebben gespeeld. Gedurende de rest van W.O. II bleef hij predikant in Oostwoud en ging hij voor in wijdingsdiensten van Evangelie en Volk en bij bijeenkomsten van de Nederlandse Volksdienst, het sociaal-maatschappelijk werk van de Duitse bezetter.
Verhuizing naar Ten Boer
Het onvermijdelijke gevolg van zijn keuzes in de oorlog was dat hij in juli 1945 werd ontheven uit zijn ambt als predikant. Hij verhuisde naar Groningen, woonde enige tijd aan het Buiten Damsterdiep 42 (boven rijwiel- en motorhandel Bruggema) en liet in 1948 het huis aan de Homanstraat 19 in Ten Boer bouwen, eerst nog met als beroep “kantoorbediende”, later werd hij op de bouwtekeningen weer dominee Diephuis genoemd.
Naar de precieze redenen van zijn terugkeer naar het Noorden is het gissen, maar Groningen was de stad van zijn jeugd en zijn studietijd. Hij was zijn predikantenbestaan gestart in Jukwerd, Harkstede en natuurlijk Garmerwolde, het dorp in de gemeente Ten Boer. Daarbij komt dat zijn oudste broer, Hendrik Johannes, dezelfde politieke afslag had genomen als Willem en het zelfs had geschopt tot wethouder van de stad Groningen gedurende de oorlogsjaren 1943 tot 1945. In tegenstelling tot Willem zelf, die blijkbaar geen al te ernstige zaken op zijn geweten had, was Hendrik Johannes meteen na de bevrijding opgepakt. Hij werd in 1947 veroordeeld tot ruim twee jaar gevangenisstraf, overeenkomend met de duur van zijn voorarrest. Het tribunaal hield rekening met zijn gevorderde leeftijd. Misschien wilde Willem in de buurt van zijn broer zijn en misschien deed hij met zijn nieuwe beroep “kantoorbediende” een halfslachtige poging onder de radar te blijven of zelfs een nieuw leven te beginnen. Lang heeft dat voornemen niet geduurd en door een huis te laten bouwen in Ten Boer, de gemeente waar hij ooit als predikant werkzaam was, bracht hij in ieder geval zelf die poging in gevaar.
Architect J. Kort uit Groningen kreeg van Diephuis opdracht een huis in “baksteenbouw met stenen vloeren, pannendak, houten kozijnen met dito ramen en deuren, het geheel in sobere afwerking” te bouwen. De kosten van de bouw worden in de bouwvergunning op 14.000 gulden gezet. Het is een vrij standaard eengezinswoning van twee verdiepingen met drie slaapkamers, een schuurtje, een kelder en tamelijk modern: een doucheruimte.
Van eind 1948 tot augustus 1971 woont Diephuis rustig en teruggetrokken aan de rand van het dorp. Met zijn directe buren heeft hij wel regelmatig contact: een buurvrouw kookt regelmatig een warme maaltijd voor hem en hij komt wel eens op de koffie bij een aantal buren. Een paar keer per week wandelt hij naar het centrum van het dorp om wat boodschappen te doen. De bakker brengt zijn bestelling meestal aan huis. Veel mensen weten wel vaag van zijn “foute” verleden, maar er wordt niet veel over gepraat. Hij staat verder goed bekend en het verhaal gaat dat hij er warmpjes bij zit. Dat laatste zal hem fataal worden.
Eén van de directe buren van Diephuis is de familie Van S., zoon J. is 21 en werkloos matroos. Met zijn maatje B. gaat hij regelmatig stappen. Dat doen ze ook op de zwoele zomeravond van vrijdag 20 augustus 1971. Na een paar spelletjes kaart in de achtertuin van de familie Van S. vertrekt het paar naar café Groeneveld in Ten Boer. Na een paar biertjes en een paar potjes biljarten trekken ze per taxi verder naar Appingedam en Delfzijl. Tussen 1 en 2 uur ‘s nachts zijn ze terug in Ten Boer, platzak. Ze vatten het plan op om buurman Diephuis te beroven. Net als velen in het dorp zijn ze er van overtuigd dat hij veel contant geld in huis heeft.
Met wat moeite lukt het om binnen te komen. In de woonkamer vinden ze geen contant geld en ze besluiten de dominee op zijn slaapkamer op te zoeken. Daar loopt de dronkemansbevlieging uit de hand: de dominee wordt wakker, de jongens slaan hem en na een poging tot wurging steekt één van hen hem in de hartstreek. Ze laten de dode, bebloede man achter en vluchten hals over kop op een oude fiets richting de stad Groningen. Grotendeels liftend bereiken ze een dag later Hamburg. Daar proberen ze geld op te nemen van de bank in Ten Boer. Een alerte bankmedewerker informeert de politie en dezelfde dag nog worden ze door de Duitse politie opgepakt. Ze worden uitgeleverd aan Nederland en na een lang voorarrest worden beide jongens in 1972 veroordeeld tot acht jaar gevangenisstraf. Wie de fatale messteek heeft toegebracht wordt nooit duidelijk.
Het huis heeft na de moord geruime tijd leeg gestaan. Pas in februari 1972 is het pand op een openbare veiling verkocht. In de advertentie is er sprake van dat de opbrengst van het huis gaat naar “de erfgename van wijlen ds. W.R. Diephuis”. Die erfgename is de Hervormde Kerk Garmerwolde/Thesinge. Daaraan heeft Diephuis bij testament al zijn bezittingen nagelaten. Uit een gevoel van nostalgie of is het toch een teken van spijt?
Nu wonen Jan Hoofd en Paula Wolthers er. Toen Hoofd het 32 jaar geleden kocht wist hij niet wat er zich had afgespeeld, maar al snel werd hij aangesproken door de postbode: of hij wel wist dat er in zijn huis een dominee vermoord was. Veel meer informatie had de postbode niet. In de loop van de tijd kwam er mondjesmaat wat informatie uit de buren los. Sommigen wisten niet eens de naam van de dominee en ook over zijn NSB-sympathieën was weinig bekend. Toen ze een krantenknipsel van één van de buren kregen gingen ze ook zelf op internet op onderzoek uit. Zo hebben ze zich langzamerhand een beeld gevormd van de gebeurtenissen. Het huis is dermate sterk verbouwd en de omgeving dermate veranderd dat weinig meer herinnert aan situatie van 1971. Mogelijk gaat de komende versterking in verband met de aardbevingsproblematiek, waaraan ook dit huis niet ontsnapt, nog meer aanpassingen vragen. Tegenwoordig wordt er in de buurt weinig meer over de moord en de dominee gepraat. Alle straatbewoners die 1971 hebben meegemaakt zijn inmiddels verhuisd of overleden. Het verhaal van de moord op dominee Diephuis verdwijnt zo langzaam in de geschiedenis.
Annie Postma
augustus 2023
Ik doe nog steeds onderzoek naar het leven van Willem Diephuis. Heb je informatie of heb je Diephuis of andere betrokkenen bij zijn leven gekend? Je kunt contact met me opnemen via anniegroningen@gmail.com wanneer je er over wilt vertellen.
Bronnen:
Nieuwsblad van het Noorden, Reformatorisch Dagblad, Trouw, Het nationale dagblad voor het Nederlandsche volk, Volk en Vaderland, De Nederlander, Nieuwe Haarlemsche Courant, De Standaard
H. Tijsen – Hoedemaker, Groen en Hitler, in De Waarheidsvriend, 29 april 2010
Peter Korver – Gerrit van Duyl, vrijzinnig dominee en lid van de NSB, in AdRem, mei 2017
Groninger Archieven: bouwdossier A.H. Homanstraat 19
Mondelinge informatie van: John Havinga, Jan Hoofd & Paula Wolthers (allen Ten Boer)
Foto’s:
Foto pastorie Garmerwolde: eigen foto
Foto kerk Oostwoud: Tripadvisor
Foto Gerrit van Duyl: Beeldbank NIOD, oorspronkelijk: persdienst NSB
Tekening rechtszaak: Nieuwsblad van het Noorden 9 juni 1972, Olga Wiese
Foto Homanstraat 19: eigen foto
Geef een reactie